Sinds haar studie Nederlands (1991-1995) is Cobi van Hulst (1967) gefascineerd door het werk van
multitalent Lucebert. Haar studie rondde zij af met een scriptie over de relatie tussen de dichter
Lucebert en de schilder Lucebert. Voor ei en oer is ze aan de hand van Luceberts gedichten op zoek
gegaan naar de bron van haar eigen kunstenaarschap.

Daarvoor herlas Cobi van Hulst het afgelopen jaar de Verzamelde Gedichten van voor a tot z (van
apocrief tot zielsverhuizing). Vanuit die bron selecteerde ze de gedichten en regels die haar het
meeste intrigeerden of het diepste raakten. Dat bleken vooral de gedichten te zijn waarin het
scheppen en de ‘mystiek’ daarachter centraal staan. Het zijn gedichten waarin het licht de hoofdrol
speelt, gedichten die beklemtonen dat de mens zijn eigen pad moet volgen, gedichten die de kracht
en omvang van scheppingsdrift omschrijven ik ben tot over mijn oren verloofd met het licht en die
tegelijkertijd verwoorden hoe nietig wij zijn scherf van de scherven die je was.

Op de expositie zien we naast ieder schilderij een gedicht van Lucebert. Aan de concrete
combinaties kunnen we iets van de werkwijze van de kunstenaar aflezen. Cobi van Hulst heeft
zeker geen plaatjes bij gedichten willen maken, maar zich laten inspireren door de lading en de
gelaagdheid van de poëzie. De verbinding tussen de gedichten en de schilderijen zit daarom niet in
wat we oppervlakkig zien, maar huist daaronder, onder de verf en achter de woorden.


De reeks ei en oer is een logisch vervolg op de vorige reeksen Via Dolorosa (2010) en Orewoet
(2011) waarin lijden en verlangen centraal stonden. Ook scheppen draagt lijden en verlangen in
zich. Scheppen laat wachten, vraagt offers en overgave en kan diepe verbinding tot stand brengen.
Ook qua beeldtaal is ei en oer met het eerdere werk verbonden. We zien de echo van Veronica, we
zien de hunker van Hadewijch en we zien de handen. Daarnaast zien we de schepper aan het werk.
We zien hoe hij zich overlevert aan zijn bron. Hoe hij wacht en tracht in het volle besef dat hij niet
meer licht kan doorgeven dan hij ontvangen mag.

* Alle titels en gedichten zijn opgenomen met toestemming van de erven Lucebert