Achtergronden.
In mijn werk komen steeds 2 thema’s terug n.l. het zoeken en creëren van 'een eigen plek' en 'verlangens'.
In het thema 'een eigen plek' ben ik bezig geweest met de cirkelvorm. Deze vorm is ontstaan omdat ik een meter ruimte rondom me nodig heb. De cirkel zette ik om in een ruimtelijke vorm, een schaalvorm. Mijn schalen zijn vaak van een kantachtige structuur; ik heb lucht nodig, ruimte. Bovendien is veel werk gelaagd: het bestaat uit meerdere lagen: het herhalen van steeds eenzelfde handeling werkt meditatief en rustgevend. Ik heb veel zelf geschept papier gebruikt. Papier scheppen is een prettige techniek omdat die zich erg leent om mee te experimenteren.

Al werkende ben ik (zelf)portretten gaan maken op stof en papier.
In de portretten verbeeld ik kwetsbaarheid, kracht, verlangens, weemoed en aardsheid.
Ik heb vooral veel met de naaimachine geëxperimenteerd. Lagen papier op elkaar. Combinaties van papier en stof. Delen wegscheuren waardoor er interessante “rafel-randen” en onverwachte kleurcombinaties ontstaan. De voor- en achterkant zijn vaak heel verschillend. Een zoektocht die steeds een ander beeld/portret oplevert.

De braakballen.
In het atelier onderzoek ik vaak materialen en technieken. Hoe kan ik het onderzochte inpassen in mijn thema’s. Er blijft veel materiaal over.In de braakballen van uilen zie je de resten terug van wat de vogel gegeten heeft: botjes, veertjes en andere onverteerbare zaken.
In mijn braakballen zie je de materialen terug waar ik de afgelopen tijd mee gewerkt heb.
Het is letterlijk het materiaal wat overgebleven is!

De wereldborduursels.
Kunst moet dat ergens over gaan? Moet het verbazen, ontroeren, choqueren, moet het schoonheid weergeven, iets over de wereld vertellen. Aan het denken zetten? Na mijn 2 reizen door India wist ik het niet meer. Ik heb er veel armoede en sociale onrechtvaardigheid gezien en vaak gedacht:” Waar ben ik mee bezig. Niks doen is geen optie.”
Ik heb na deze reizen niet langer portretten van mezelf als uitgangspunt genomen in de borduursels maar het nieuws zoals zich dat opdringt in de krant en via de televisie. Ik ben mijn eigen kijk op de wereld gaan maken. Inspiratie heb ik ook gehaald uit het tapijt van Bayeux: een tapijt waarin de slag bij Hastings in 1066 is verbeeld door middel van borduursels. Dit tapijt leest zich als een stripverhaal waarin de gebeurtenissen van de veldslag chronologisch worden weergegeven. Het tapijt is 70 meter lang en 50 cm. breed.
Als basis voor de borduursels heb ik krantenfoto’s genomen. De onderwerpen zijn geborduurd met de naaimachine op doorzichtige stof. Verschillende lagen stof op elkaar. De loshangende draden zijn “levenslijnen” geworden. Nieuws vervaagt na een tijdje, nieuwe dingen gebeuren. Wat een jaar geleden is gebeurd zijn we al weer vergeten. In de borduursels kom je de volgende onderwerpen tegen: De beurscrisis, Cambodja, Kenia, Pakistan, Afghanistan, Israel, Jordanië, Benza Bhutto, Iran, Afrika.
Het gaat over macht-onmacht-arogantie-chaos-wanhoop-verdriet-angst-berusting-verbazing-moed.

Langzaamaan komen er weer portretten terug in mijn werk. Nu van anonieme mensen uit het nieuws die ik een gezicht wil geven.
Ook ben ik hierbij weer volop aan het experimenteren met combinaties van papier en stof.

Marja Vink

Eindhoven
email: marjavink-t@telfort.nl