Mijn werk is geïnspireerd door de ‘Hart Sutra’.
Deze sutra is de bekendste en meest populaire tekst van alle boeddhistische literatuur.
Het centrale thema in de Hart Sutra is:
‘Vorm is Leegte, Leegte is Vorm’.

Vormen kunnen alleen worden waargenomen dankzij de omgeving die hen definieert en waar zij een onlosmakelijk deel van uitmaken. Vormen zijn persoonlijk, iedereen ziet weer andere vormen. Binnen één cultuur zullen veel vormen een gemeenschappelijke herkenbaarheid hebben. Maar ook dan zal bijvoorbeeld een vorm (zoals bijvoorbeeld ‘stoel’) niet altijd eenzelfde beleving oproepen.

In mijn werk zoek ik het spanningsveld op tussen vormen die voor iemand wel en vormen die voor iemand niet herkenbaar zijn. Die herkenbaarheid is voor iedereen anders. Iedereen heeft immers zijn eigen persoonlijke belevingswereld.

Door een verdere reductie van een beeld kan in de belevingswereld van de beschouwer chaos (leegte of ‘niet-vorm’) de overhand krijgen. De beschouwer wordt niet door het beeld uitgedaagd om vormen te onderscheiden en “ziet er niets in”.

Aan de andere kant kan het verrijken van een beeld met herkenbare vormen de beschouwer weer te veel informatie geven waardoor de waargenomen vormen overduidelijk zijn zodat de niet-vormen niet meer waargenomen worden (“ja, dat is een foto van de Eiffeltoren”).

In beide gevallen valt het spanningsveld weg, of beter gezegd kan het spanningsveld weg vallen. Dit is voor iedereen anders.
In mijn beelden zoek ik naar mijn grens tussen deze betekenis en betekeningsloosheid.