Abundance / A Horn of Plenty 2004 - 2006
Ernest Van Buynder, voorzitter Museum van Hedendaagse Kunst MuHKA Antwerpen

Om zijn mens- en wereldbeeld vorm te geven, put Richard Bouwman reeds sinds de jaren tachtig en negentig uit de wereldliteratuur, de antieke mythen en de schilderkunst zelf. Het poëtische oeuvre van de Franse geniale poète maudit Arthur Rimbaud was aanleiding voor een schitterende reeks schilderijen, tekeningen en grafisch werk, die hij toonde in 1997 onder de titel “La chasse spirituelle” ondermeer in het Musée Arthur Rimbaud te Charleville-Mézières, de geboorteplaats van de dichter in de Franse Ardennen, met bijhorende catalogus. In grote doeken en werken op papier geeft de schilder Richard Bouwman een eigen artistiek antwoord op de verbeeldingskracht van de grote dichter. Schilderkunst en literatuur zijn voor beide kunstenaars manieren om het menselijk leven voor te stellen, om een beschouwing te formuleren over de humanitas, het geluk en het menselijk tekort. Voor Richard Bouwman was zijn engagement en betrokkenheid op Rimbaud groot, in die mate zelfs dat hij na afloop van de cyclus een korte, mooie poëtische tekst schreef in het Frans: “Hypnos”, vertrekkend van een zinsnede van de Franse poëet (Illuminations/ Antique). Van Rimbaud is bekend dat hij mythische en mystieke beelden niet schuwde. Bouwman heeft voluit de mythische tuinen van Hypnos verkend in de cyclus “The garden of Hypnos” met werken uit 2002-2003. Hypnos is de verpersoonlijking van de Slaap. Richard Bouwman verwees via de Griekse godenwereld naar de slaap, de droom, en thans in de cyclus “Abundance” naar de overvloed, de wijn, het genot. De actuele reeks Abundance of overvloed is een logisch vervolg op Hypnos. En ook hier grijpt de schilder terug naar de Grieks-Romeinse oudheid. In de beeldende kunsten is “de abondantie” de voorstelling van de overvloed door een vrouwenfiguur, weergegeven als een godin. Ik denk hierbij aan het schilderij Abundance XXII, met de tekst The Nymph of the Vine. De titels van zijn huidige werken refereren aan goden of begrippen die de overvloed incarneren. Er is naast Abundance vooreerst de Griekse god Dionysus, de god van de wijn en van het uitbottende natuurleven. Hij is de zoon van Zeus en Semele, opgevoed door de nimfen van het fabeleiland Nysa. Zijn gemalin is Ariadne. Hij trekt met saters en bacchanten de wereld rond. Door wijnbouw en beschaving bracht hij zegen over de wereld, maar hij strafte ook met de dood of met krankzinnigheid al wie zijn persoon of eredienst bespotte. Op zijn feesten in Athene vonden toneelwedstrijden plaats, waarbij dan dichters als Aeschylus, Sophocles, Euripides en Aristophanes met hun toneelstukken participeerden. Dionysisch is dan ook alles wat door vervoering bewogen is, uitbundig is, en staat tegenover apollinisch: het evenwichtige, het beheerste, het harmonieuze. In de beeldende kunst was het motief van saters en bacchanten zeer populair in Rubens’ tijd, en dat verklaart waarom hijzelf en zoveel tijdgenoten voor dit onderwerp kozen. Bij de Romeinen werd Bacchus geheel vereenzelvigd met Dionysus. Hij werd vereerd met de wilde ommegangen die voor hem gehouden werden. Hèdonè is het Griekse woord voor genot, lust. Het hedonisme is de leer die verklaart dat genot het hoogste goed is, dat de mens dient te streven naar de bevrediging van zijn zinnelijke verlangens. Sacred Vine verwijst naar die heilige functie van de wijn. Oinotropoi betekent letterlijk vrouwen die water in wijn konden veranderen. Anios was een zoon van Apollo die door toedoen van de god ziener en priesterkoning werd op Delos. Hij voorzag dat de Grieken pas in het tiende jaar van de oorlog Troje zouden innemen en bood hen zolang gastvrijheid aan. Ze zouden verzorgd worden door zijn drie dochters: Oino, Spermo en Elais. Die hadden van Dionysus de gave gekregen dat ze water in wijn konden veranderen en alles wat ze maar wilden in graan of olijven. De Grieken sloegen het voorstel af. Myrionymos betekent “met ontelbaar vele namen”, zoals Aphrodite ook wel eens wordt benoemd. Zeven werken op papier zijn getiteld Elixir. Dit is een sterk extract waaraan bovennatuurlijke kracht werd toegeschreven. Levenselixir is de drank die het leven zou verlengen. Bij de eerste blik zie je in de nieuwe cyclus van Richard Bouwman vooral florale en vegetale verschijningsvormen, druiventrossen, de wingerd, de vijftallige bladeren, beelden die uiterlijk naar de natuur verwijzen. Maar zeer snel realiseer je je dat het hier gaat om geestelijke landschappen die naar de overvloed, de bedwelming, het genot, het ontsnappen aan de realiteit, het enigma, de bedwelmende krachten van de natuur ... verwijzen. Nooit wordt men in zijn recente werk overgeleverd aan een volstrekte autonomie van vorm en kleur, want steeds worden zijn werken beladen met sporen van organische vormen. In de verticale structuren zitten zelfs antropomorfe vormen. De mens dus als wezen dat blijft behoren tot het rijk van de natuur, eeuwige uitdaging van alles wat cultuur en spiritualiteit is. Mijn inziens blijft het moeilijk Richard Bouwman te catalogiseren in een bepaalde stijl. Daarvoor is zijn actueel werk te complex. In zijn recente oeuvre zijn er toch enkele duidingselementen. Er is vooreerst de doordachte menging van figuratie en abstractie. Voor kunstenaars van zijn generatie is het conflict tussen abstract en figuratief trouwens een non-probleem geworden. Het metier is verder duidelijk aanwezig, maar is niet allesbepalend. Er is ook het verfrissend samenspel van improvisatie en vrij schilderen enerzijds en eruditie, met zijn mythische inspiratie anderzijds. Het werk krijgt daardoor een filosofische inhoud. In het spoor van mythe en epos worden opnieuw fundamentele vragen gesteld over de menselijke existentie. Er is zijn belangstelling voor het surrealisme. Richard Bouwman heeft van de surrealistische technieken zeker elementen van de “écriture automatique” – de automatische schriftuur – overgenomen, al was het maar door de kalligrafische interpretatie van het beeld en de vlotte combinatie in zijn schilderijen en tekeningen van taal en beeld, maar ook wanneer hij de strategieën van het toeval bespeelt. Over woord en beeld toch nog enige commentaar. Veel termen die de kunstenaar op de schilderijen en tekeningen aanbrengt, verwijzen naar blauwe druivensoorten, die prima geschikt zijn voor de wijnbouw. Zo is er in Frankrijk de grenache in Châteauneuf-du-Pape, de mourvèdre in de Roussillonstreek, de gamay in de Beaujolais, de syrah langs de Rhône en de carignan in de Midi. Italië heeft nog poëtischer namen: de negroamaro in Zuid-Italië en de sangiovese in Toscane. Het is een eerbetoon aan de grote verscheidenheid in de verschijningsvormen van de druif, de bron van alle wijn. Verrassend is ook de kleurenintensiteit: het gebruik van intense kleuren die naar de wijn en de wijnbouw verwijzen, soms transparant, van rauwe omber en paars naar diepbruin en donkerrood, soms voorzien van heldere kleuraccenten. Hij bereikt die resultaten met acryl op linnen of acryl op linnen met collage. Dan weer gebruikt hij gouache en krijt op papier of gouache en krijt op papier met collage. Soms mengt hij acryl en krijt op katoen en linnen. Ook vormelijk is duidelijk met een losse techniek de richting van het ambigue gezocht. Zijn werk is daardoor geen afgesloten geheel, maar kan weer andere richtingen uit: het hedendaagse concept van “work in progress”. Zonder twijfel kan het recente oeuvre van Richard Bouwman als ten zeerste relevant gezien worden binnen de nieuwe schilderkunst van de jaren tachtig tot heden. Binnen die eclectische schilderkunst van vandaag heeft hij met coherent werk zeker mede een niche veroverd.