Uitgangspunt voor het werk van Toos zijn de lijnen en patronen die zij om zich heen ziet.
Buizen in een fabriek, bouwconstructies, plattegronden.
De lijnen die zij erin ziet laat ze een eigen leven leiden. Zowel op het plattevlak als ruimtelijk.
Bij het ruimtelijk werk doen aanwezige elementen mee zoals electriciteitsdraden of een radiotor. Ze speelt ermee en creƫert een eigen beeldtaal; zo wordt het werk slechts een vorm om naar te kijken.