Petra Wiek

Expositie is afgelopen

Kunst-Kan Pres(en)teren

Tentoonstelling 07-11-2020 t/m 05-12-2020 > Amsterdam
Petra Wiek Kunst-Kan Pres(en)teren
Petra Wiek, Object, 2019 no 6 30,5x21 orange
Expositie met Petra Wiek en Robert Verhaaf. Objecten en schilderijen. Tweede Tuindwarsstraat 4, Amsterdam
Petra Wiek Den Haag
Petra Wiek Den Haag (2)

Schilderachtige dromen & maatschappij kritisch beeldend werk

Een gesprek met de veelzijdige kunstenares Petra Wiek

Tekst: Tamara Wiersma

In het atelier ontmoet ik de kunstenares Petra Wiek. Haar geordende atelier staat vol met objecten, schilders benodigdheden en doeken, netjes opgestapeld, in dozen, op planken, bereikbaar via een trap naar een vide. De BaZtille, het ateliercomplex te Zoetermeer, is al jaren haar basis van waaruit ze haar kunstwerken creëert. De ruimte maakt nieuwsgierig, inspireert bijna om zelf aan de slag te gaan, ook al raak ik zelden een kwast aan. Ze neemt mij mee een trap op naar boven, waar een verzameling spullen mij tegemoet komt. ‘Ik verzamel objecten om hier later mee te kunnen werken, vertelt Wiek. Soms kom ik iets tegen wat ik zo mooi vind, maar waarvan ik op dat moment nog niet weet waar ik het voor zal gebruiken. Ik neem het mee en bewaar het totdat het moment komt dat ik ineens weet waar het goed in past. Zo kan ik, als ik bezig ben met een kunstwerk, ineens het totale werk voor mij zien en weet ik wat er bij moet, welke onderdelen het samen tot een geheel maken wat ik voor ogen heb‘. Ik kijk rond naar de hoeveelheid spullen, en naar de werken die er voor mij liggen. Een voor een haalt Wiek de werken van de planken, voorzichtig zet of legt ze ze neer op de grote tafel voor ons. ‘Deze werken zijn niet allemaal om te exposeren, ik maak ze voor mezelf. Het uitgangspunt is nooit om iets te maken wat ik kan exposeren, maar om te creëren, vervolgt ze. Het is een bezigheid die zo verbonden is met mij zelf, dat ik onrustig word als ik langere tijd niet met kunst bezig kan zijn’. Nu een groot aantal werken voor ons ligt, wordt een patroon zichtbaar, een verbondenheid tussen al deze losse kunstwerken. Vele popjes, niet de plastic versies van nu, maar de oude van stof en stenen benen, armen en hoofdjes met prachtig beschilderde ogen, zijn verwerkt in een object. Bij het zien van de werken van Wiek ben ik benieuwd naar de oorsprong van de werken, haar gedachten en haar reden tot het creëren hiervan. Ik realiseer mij dat dit eigenlijk een ‘verboden’ vraag is. De kracht van kunst is juist dat de aanschouwer er zijn of haar eigen gevoel en gedachten bij krijgt. De reden van de maker zou hierbij geen nodige kennis moeten zijn. Het is als aan een schrijver vragen hoeveel van zijn of haar verhaal autobiografisch is. Een vraag die de poëzie uit het werk haalt. Toch stel ik hem. Wiek denkt even na en geeft vervolgens toe dat ze niet altijd goed weet waarom ze precies maakt wat ze maakt. Pas als een werk af is stel ik mijzelf die vraag soms ineens. ‘Maar in het algemeen geldt dat ik de laatste jaren erg met de onschuld van kinderen bezig ben. Hun kwetsbaarheid, ook voor misbruik zoals bijvoorbeeld in de kledingindustrie, grijpt mij aan. Er worden naar mijn mening teveel kinderen op jonge leeftijd al van hun onschuld beroofd. Veel van mijn werken gaan hierover. Ik besluit het hierbij te laten, haar werk doet iets met je, en het is mooier als er geen sluitende verklaring wordt gegeven en je je eigen interpretatie heel kunt laten. We dalen de trap weer af en lopen vervolgens de grote open ruimte in van haar werkruimte. ‘Met mijn werken wil ik graag een boodschap uitdragen, hoe klein ook. Soms zou ik willen dat ik het groter kon aanpakken, maar dit is de manier waarop ik het nu kan ‘verwoorden’, vertelt Wiek verder. Momenteel gaan veel van mijn objecten over de exploitatie van kinderen. Hierbij gebruik ik vaak de poppen als symbool voor de kinderen, maar niet altijd. Zo ben ik ook bezig met een project waarbij alleen de gefabriceerde onderdelen te zien zijn. Ze wijst naar stapels papier werk, kunstig samengebonden tot pakketten. Wiek legt uit dat het door haar zelfgemaakte zakjes zijn die dienen als verpakkingen . Inspiratie hiervoor kreeg ze toen ze eens een bundel van zakjes kocht. Gemaakt van schoolboekjes afkomstig uit India. Haar vraag was wie heeft deze gemaakt en wat veel werk. Door zelf deze zakjes te maken wilde ze ondervinden wat het was om dit werk te doen. Van oude tijdschriften heeft ze honderden zakjes gefabriceerd en bijgehouden hoe lang ze hier per tijdschrift mee bezig is geweest. De zakjes zijn met veel precisie in elkaar gezet en samen vormen ze een geheel nieuw object. ‘Het is nog een work in progress, gaat Wiek verder, ik denk nog na over de uiteindelijke presentatie’.
Mijn ogen dwalen af naar een hoek van haar atelier waar een schildersezel staat met een groot kleurrijk schilderij erop, ze is bezig de laatste hand te leggen aan het werk. De voorstelling is zo absurdistisch dat je ernaar blijft kijken. Een in doeken geklede vrouw lijkt een ander persoon te voeden via een tankslang, welke daardoor omgeven is door groeiende planten. Achter de schildersezel hangen nog twee grote werken aan de muur, die inmiddels af zijn. Alle schilderijen vertellen een bijna magisch verhaal die je verwonderend laat kijken naar wat er precies gaande is. Wiek vertelt dat de schilderijen zijn gebaseerd op haar dromen. Sinds jaren noteert ze elke ochtend bij het wakker worden wat ze gedroomd heeft die nacht. Inmiddels heeft ze een boek vol met haar dromen. Verschillende dromen heeft ze inmiddels op het doek vastgelegd, allen
getiteld als ‘Dream’ met de evenredige nummering.

Het is duidelijk dat Wiek zich niet toelegt op één enkele kunstvorm. Beeldend werk, schilderijen maar ook fotografie en video art behoren tot haar werkgebied. Ik vraag haar of ze een voorkeur heeft en op welke werken ze het meest trots is. ‘Ik vind alles natuurlijk fijn om te doen, het wisselt per periode waar ik mij mee bezig houd. Ik begon met tekenen en schilderen, daarna fotografeerde ik een periode veel. Installaties en beeldend werk heb ik altijd gemaakt. Ik zie schilderen als mijn hoofdthema, maar de laatste jaren maak ik veelal ruimtelijk werk. Dit werk vind ik ook vaak het best gelukt. Bij mijn schilderwerken denk ik altijd dat het beter had gekund, losser, vloeiender. Ik blijf altijd kritisch op mijn schilderijen, terwijl het ruimtelijk werk voor mij echt ‘af ’kan zijn. Met het ruimtelijk werk lukt het mij voor mijn gevoel ook beter mijn ideeën te uiten. Met dit werk lukt het mij beter om weer te geven wat er naar mijn mening in de maatschappij gebeurt. En dat is toch eigenlijk de reden dat ik kunst maak. Het is mijn manier om mijn gevoelens en mening uit te dragen’. Na een laatste ronde langs haar werk, waarbij we nog een grote installatie passeren getiteld ‘Time and tide wait for no man’, hoop ik oprecht dat deze kunstenares ons de komende tijd nog veel meer gaat vertellen.

www.ateliersbaztille.nl
http://pewe-outline-art.blogspot.nl
  • Schilderkunst
  • Fotografie
  • Tekeningen
  • Installatie
  • Ruimtelijk

Stuur een bericht naar Petra Wiek