Rubrieken
Bert Hermans
'Art and Science'
Olieverf op canvas
60 x 80cm

De titel van dit schilderij verwijst naar het gelijknamige gebouwencomplex 'Stad van Kunsten en Wetenschappen' in Valencia dat Bert in mei 2015 bezocht tijdens een cursus Spaans. Het schilderij toont de dakconstructie van een van de gebouwen, het Príncipe Felipe Science Museum. Linksonder is het overdekte terras aan de schuine kant. Hierdoor komt de bijzondere architectuur van het gebouw nog beter tot zijn recht in het schilderij.
Het Príncipe Felipe Science Museum is het wetenschapsmuseum. Het gebouw telt drie verdiepingen en is ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava. Het heeft het uiterlijk van een walvisskelet. Elke verdieping heeft een tentoonstellingsruimte van ongeveer 8.000 m². Het museum laat de vele aspecten van de ontwikkeling van de wetenschap zien en verwerkt ook oude thema's zoals klimaatverandering. Er zijn veel interactieve exposities waarmee het publiek zijn eigen experimenten kan uitvoeren. Het museum opende zijn deuren op 13 november 2000.
Na de opening van Frank Gehry's Guggenheim Museum in Bilbao in 1997 werden de (economische) voordelen van de teloorgang van het toerisme snel duidelijk. De gemeenteraad van Valencia nam contact op met Santiago Calatrava en vroeg hem iets te ontwerpen dat meer toerisme naar Valencia zou trekken. De drooggelegde Turia-rivier in het centrum van de stad Valencia werd de bouwbestemming van dit project. Deze rivier is drooggelegd om overstromingen te voorkomen.
Het stadsbestuur van Valencia was zo betoverd door de vroege ontwerpen van Calatrava dat hij de opdracht kreeg om een ??park vol architecturale gebouwen te ontwerpen, wat uiteindelijk resulteerde in De Stad van Kunsten en Wetenschappen. De bouw van Calatrava begon in 1989 met het eerste gebouw, L'Hemisferic. In de loop der jaren zijn er nog vijf gebouwen bijgekomen. In 2009 werd de laatste attractie, Ágora, geopend voor het publiek.
Oorspronkelijk was het budget van de Stad van Kunsten en Wetenschappen (CAC) vastgesteld op 300.000 euro. De totale verloren kosten van de CAC worden geschat op € 1,3 miljard, meer dan vier keer het begrote bedrag