'St. Brynach's Church' Olieverf op doek 60 x 80 cm
Dit schilderij is gemaakt na een bezoek dat Bert op 11 mei 2023 bracht tijdens zijn vakantie aan het plaatsje Nevern in Wales. Nevern ligt aan de rivier de Nyfer ten noorden van de Presceli-heuvels. Deze heuvels worden al duizenden jaren bewoond, zoals de prehistorische grafkamer Pentre Ifan bewijst. St Brynach's Church ligt slechts anderhalve kilometer ten zuiden van Nevern. In de kerk en op het kerkhof van Nevern zijn stenen met zogeheten Ogham inscripties en Latijnse inscripties te vinden. Ze dateren uit de 5e of 6e eeuw, rond de tijd dat de Ierse St. Brynach hier kwam en de kerk stichtte. De steen met de Ogham-inscipties is in de vensterbank van de kerk te vinden en hier op het schilderij ook afgebeeld. Deze steen heeft bovendien een Latijnse inscriptie die verticaal naar beneden leest: MAGLOCVN(i) FILI CLVTOR, of (de steen) van Maglocunus, zoon van Clutorius. De Ogam-vorm van de inscriptie luidt: MAGLICUNAS MAQI CLUTR []. Dat betekent: "(De steen) VAN MAGLOCUNUS ZOON VAN CLUTORIUS".
Maglocunus, bekend als Maelgwn Gwynedd in het Welsh, was een 6e-eeuwse monarch gevestigd in Gwynedd, in het noordwesten van Wales. De naam Maglocunus betekent 'prinselijke hond'. Hij breidde zijn invloed uit en werd in de 6e eeuw een van de meest vooraanstaande heersers van Groot-Brittannië. De meeste informatie over Maglocunus komt van Gildas' De Excidio Britanniae. Gildas schrijft dat Maglocunus een opmerkelijk machtige man was, zowel politiek als fysiek: "de koning van alle koningen... maakte u superieur aan bijna alle koningen van Groot-Brittannië, zowel in koninkrijk als in de vorm van uw gestalte" (Gildas, De Excidio Britanniae, 33). Deze macht werd op gewelddadige wijze verkregen: terwijl hij nog een jonge man was, had Maglocunus zijn eigen oom omgebracht en de controle over diens koninkrijk overgenomen Hij ging vervolgens door met het afzetten en doden van "veel van de eerder genoemde tirannen" (Gildas, De Excidio Britanniae, 33). Latere boeken met kerkelijke archieven, zoals het 12e-eeuwse Boek van Llandaff, vermelden Maglocunus als een weldoener van de kerk. Zijn donaties worden in heel Wales geregistreerd, wat aangeeft dat zijn controle zich tot buiten de grenzen van Gwynedd verspreidde.
De Ogham is een Keltisch alfabet dat in de vierde eeuw in Ierland opduikt en tot de negende eeuw gebruikt wordt om inscripties te maken op staande stenen. De lettertekens bestaan uit een rechte basislijn met links of rechts een tot vijf zijlijnen, rechte of schuin kruisende lijnen. Het oghamalfabet wordt in verband gebracht met bomen en druïden en wordt behalve om te schrijven ook gebruikt voor godenverering en magie. Men heeft lang gedacht dat deze stenen grafstenen waren, maar omdat er nooit een begraven lichaam bij een dergelijke oghamsteen is gevonden gaat men er nu van uit dat het meer om gedenkstenen of monumenten voor belangrijke personen of helden gaat. Het oprichten van dit soort oghamstenen is doorgegaan tot in de achtste eeuw. Verreweg de meeste stenen staan in Ierland, maar ook in Wales, Schotland en Engeland zijn stenen gevonden met ogham-inscripties.
Op het schilderij hangt links van het raam een grafsteen uit de 18e eeuw. De tekst die daarop valt te lezen is ook bijzonder. De laatste woorden luiden: "Envy not my happiness For I am Gone before Prepared be to Follow Me And live for ever more” ('Benijd mijn geluk niet want ik ben eerder heengegaan. Wees bereid om mij te volgen en leef voor altijd voort.')