Rubrieken
Krystyna Ziach
Besloten Portreten (Dutch)
Ziach's modellen moeten streven naar verstilling, door Cees Straus, 2008
Foto’s van Krystyna Ziach uit de serie Inner Eye in Galerie Gist, Veemkade 364 in Amsterdam,
Trouw, 1 October 2008

Door vrouwen met gesloten ogen te fotograferen, tracht Krystyna Ziach de innerlijke roerselen van haar modellen tot uiting te brengen.

De vrouwen op de foto’s van Krystyna Ziach hebben de ogen gesloten. Ze zijn niet gestorven of in slaap gevallen. Wel speelt zich hier iets af waardoor de kijker moeite moet doen om zich met de geportretteerde te identificeren. Die kijkt immers naar binnen, maar doet ook een poging haar innerlijk uit te stralen.
Ziach heeft de vrouwen na een werkperiode van vier jaar in een project samengebracht en laat de vrijwel complete serie bij galerie Gist in Amsterdam zien. Vrijwel compleet heet het project, omdat Ziach zelf nog niet weet of ze haar laatste beeld in de serie al heeft gemaakt. Ze werkte tot nu alleen in de zomermaanden als het daglicht in haar tot kleine studio omgebouwde woonkamer op zijn best is. Mocht ze volgend jaar opnieuw tegen een model aanlopen dat haar weet te inspireren, dan kan de serie zomaar worden uitgebreid.
Krystyna Ziach (in 1953 in het Poolse Krakow geboren, daar opgeleid tot beeldhouwer, maar al dertig jaar in Nederland wonend), is fotograaf zonder zo te willen worden genoemd. Ze maakt gebruik van de fotografie, deed dat ooit in meubelachtige installaties, maar is veel meer beeldend kunstenaar, in het platte vlak of in meer dimensies. En een portretfotograaf is ze al helemaal niet, want ze is uiterst ontevreden met de staat waarin die vorm van fotografie verkeert.
Haar aanpak is eerder conceptueel te noemen: ze bereikt, door gebruik te maken van traditionele technieken (in dit geval analoge fotografie), een niveau waarin het oorspronkelijke idee als het ware theoretisch concreet wordt. Met andere woorden: tussen idee en het uiteindelijke beeld ligt slechts een summier aantal fases. Tot voor kort werkte ze op normaal (lees daglicht) belichte negatieffilm die vervolgens in het laboratorium tot groot formaat werden verwerkt. Nu overal de fotolabs op digitale verwerking zijn overgestapt, ontkomt ook Ziach er niet aan haar beelden digitaal aan te leveren. Maar bij eindafwerking mijdt ze nog steeds elke vorm van manipulatie, zoals dat zo goed mogelijk is bij het fotoshoppen. Niettemin kan de kijker de afgebeelde modellen dicht op de huid zitten. Ziach komt heel close met haar camera bij de mensen door de zelfgekozen noodzaak van het fotograferen met een macrolens (die het onderwerp 1:1 op minder dan een meter kan vastleggen) in plaats van de geijkte portretlenzen. Zo ’naturel’ als het eindresultaat is, zo naturel werkt ze ook met haar modellen. Die kiest ze vooral uit haar vrienden en kennissenkring. Esthetische aspecten spelen daarbij geen rol. Er moet van beide kanten, ook die van de maker, een opening ontstaan die het mogelijk maakt om elkaar op zo’n intieme voet te benaderen. Ze zoekt niet bewust naar het ’beste’ portret, al wil ze wel weten wat er in het innerlijk van haar mensen om gaat. Voorwaarde is dat het model bereid moet zijn om een vorm van verstilling te bereiken, een fase die vooraf gaat aan het tonen van kwetsbaarheid en andere, hoogst persoonlijke karaktertrekken.
Deze werkwijze staat dus ver af van de reguliere, maar al te vaak registrerende fotografie waarin de geportretteerde op afroep de geopende ogen op de kijker richt. Voor zover je de beelden van Ziach tot de categorie portretten rekent, zijn het eerder transformaties te noemen van persoonlijkheden. Het gegeven transformatie is al jarenlang het grote thema van haar werk. Ziachs vrouwen bevinden zich midden in een weinig gelaagd landschap dat zich heel sensitief laat aflezen. En hoewel ze nu redelijke ervaring heeft met het vastleggen van dit ’landschap’, zijn de uitkomsten elke keer nog heel wisselend.
Een recente ervaring is bijvoorbeeld het dubbelportret van een tweeling. Ook voor Krystyna Ziach was dit een experiment, ze had tot dan toe alleen enkelvoudige portretten gemaakt. De tweeling waren de dochters van een goede bekende, die haar vertelde dat de twee meisjes, anders dan wat ze misschien vermoedde, beslist geen klonen van elkaar waren.
De meisjes, hoewel ze uiterlijk op elkaar lijken, leven in sterke onmin met elkaar. En ze vechten om het hardst met elkaar om een eigen identiteit te ontplooien. Dit weinig harmonieuze samengaan tekent ook het uiteindelijke dubbelportret: het is goed te zien dat de beide meisjes innerlijk een groot onderscheid koesteren. Met zo’n beeld geven niet alleen de afgebeelde mensen zich bloot, ook de roerselen van de maker komen naar de oppervlakte.