Rubrieken
Krystyna Ziach
The symbolic imagery of Krystyna Ziach, by Florent Bex, 2006 (English, Dutch)
from the book Infinity & Archê / Krystyna Ziach, published by Thieme Art in 2006, with texts by Flor Bex (honorary director of the Museum of Contemporary Art, Muhka Antwerp) & Janneke Wesseling (NRC-Handelsblad, NL), 70 pages, bound, with original photograph “Infinity”, 20 x 25 cm, printed on Fujicolor Crystal Archive Paper, numbered and signed from an edition of 100.

The symbolic imagery of Krystyna Ziach (English)
In our current consumer society images are omnipresent, but they are trifled with.Their communication value is reduced to primary messages.The images are mostly used to manipulate consumer behaviour, or to give us the illusion that all sorts of meanings are hiding behind the visually ephemeral image. This book not only offers an engaging selection of Krystyna Ziach’s photographic body of work, but also leads us into a world of symbolic imagery. Images that are to a large extent timeless and universal, because they result from the human imagination looking for sense and meaning in the phenomena of the world and the universe. A symbol is always twofold, because it consists of an intelligible and recognizable aspect and an underlying invisible dimension. The unknown, which lies hidden behind the known, may only be approached intuitively and will never clearly and completely relinquish itself. A symbol remains effective as long as it is laden with hidden meanings, as long as it remains suggestive, the symbol playing a mediating role between matter and mind, between nature and culture.
The magic of symbolic images lies in the fact that they tell more than they show and especially in that they link up concepts that are often bipolar, such as heaven-earth, space-time, real-unreal, immanent-transcendent. The symbol moves away what is near and brings closer what is distant. In the photo series Infinity Krystyna Ziach shows us that the symbol functions in the first place for the individual, or for a specific collective which identifies with it. Thus the symbol has a unifying and social function. The Shinto temples, the Secret Rooms, with their surreal play of light and darkness, the nature created with astounding care by humans in the Imperial Gardens, they illustrate fundamental aspects of Japanese culture. A culture with an eye for order and harmony, always in an intimate relationship with nature that refers to the bond between heaven and earth, to the permanent interaction between the divine and the human. There is the sense of repetition in the infinite sequence of gates, or in the accumulation of thousands of Buddha statuettes which tell us that there is a potential Buddha hiding in each of us.
Water and fire, together with wind and earth, are the four basic elements contained in all aspects of life. In many cultures we find the symbolic meaning of water, materia prima, as the source of life, as a means for cleansing and as an element of rebirth and revival. Water also stands for spiritual, immaterial life and hence for eternity and immortality. In all cleansing rituals water has a sacred meaning, it erases the past and makes new life possible. Fire always goes together with water in an antagonistic way, both having connotations of cleansing and recovery, but fire also standing for light and by extension for spiritual enlightenment, passion and love. Water is an essential element in the photo series Archê and Aqua Obscura. The major difference with the previous photos is that these are by no means existing or found situations, but very personal mise-en-scènes created by the artist. Droplets of water on body parts and especially the water flowing over the face, spring from direct personal experience and observation, seized however by the imagination and thus changing into metaphorically laden representations which simultaneously reveal and hide. The face is the seat of all senses, but the eyes are closed. It is as if the intimate self only wants to be known surreptitiously and not to relinquish its deepest secrets. The face as a mystery, a gateway to the invisible, an obfuscated reflection of the inner intuitiveness. In Aqua Obscura the streaming, clear and transparent water is replaced by the stagnant water of a pond, soiled by floating seeds and waiting for new life, and photo portraits from the past. It seems a pool of oblivion into which the effigies of loved ones are doomed to disappear. These are the waters of death, yet temporarily, just for a bit, it is a place of remembrance. Krystyna Ziach offers us images which again and again evade rational explanation. They neither give unambiguous, nor conclusive answers, but ask to be continually reinterpreted. These are images of all times, which create an unavoidable interaction between the universal and the individual by appealing to our personal imagination. Images which refer to the inscrutable and the inexplicable, to suppressed desires, to man who, in his daily emotional experience of the world, is eternally in search of the existential meaning of life. Images which seem to offer themselves in a mediating role between mind and matter, nature and culture, the conscious and the subconscious, between dream and reality. Simultaneously recognizable and alienating, they remind us of ephemeral brevity and inescapable transience. But, in the tranquil vulnerability and the melancholically poetic, the wonderment remains unassailably active.
Translation : Hanny Keulers

De Symbolische Beeldentaal van Krystyna Ziach, Florent Bex, 2006 (Dutch)

In de huidige consumptiemaatschappij is de beeldcultuur alomtegenwoordig. Maar er wordt op lichtzinnige wijze omgesprongen met het beeld. De communicatiewaarde wordt herleid tot primaire boodschappen. Het beeld wordt vooral gehanteerd om consumenten-gedrag te manipuleren, of om ons de illusie te geven dat achter het visueel kortstondige beeld allerlei verborgen betekenissen schuilgaan. Dit boek biedt niet allen een boeiende selectie uit het fotografische oeuvre van Krystyna Ziach, maar leidt ons binnen in de wereld van de symbolische beeldentaal. Voorstellingen die in grote mate tijdloos en universeel zijn, want ze vinden hun oorsprong in de menselijke verbeelding, die zin en betekenis zoekt achter de verschijnselen van en universum. Een symbol is steeds tweeledig omdat het bestaat uit een vatbaar en herkenbaar aspect en een niet zichtbaar onderliggend gegeven. Achter het bekende gaat het onbekende schuil, dat uitsluitend intuïtief kan benaderd worden en zich nooit duidelijk en volledig prijsgeeft. Een symbol blijft werkzaam zolang het voldoende met verscholen betekenissen beladen is, zolang het suggestief werkzaam is. Het symbool speelt een bemiddelende rol tussen materie en geest, tussen natuur en cultuur. De magie van symbolische beelden in het feit dat ze meer vertellen dan ze tonen
en voraal verbanden leggen met dikwijls bipolaire begrippen, zoals hemel-aarde,ruimte-tijd, reëel-irreël, imanent-transcendent. Het symbol verwijdert wat nabij is, en brengt wat verafgelegen is dichterbij. In de reeks foto’s “Infinity” wjst Krystyna Ziach ons erop dat het symbool in de eerste plaats functioneert voor het individu of voor een welbepaalde collectiviteit, die er zich mee identificeert. Het symbool heeft derhalve een eenheidscheppende en sociale functie. De Shinto-tempels, de secret-rooms, met het onwezenlijk spel van licht en duisternis, de door de mens met onwaarschijnlijke zorg gevormde natuur in de “Imperial Gardens” illustreren fundamentele aspecten van de Japanse cultuur. Een cultuur met oog voor orde en harmonie, steeds essentieel in relatie met de natuur, die verwijst naar de band tussen hemel en arde, de permanente wisselwerking tussen het goddelijke enn het menselijke. Er is de zin voor herhaling in de niet eindigende opeenvolging van poorten of in de accumula-tie van duizenden boeddabeelden, die ons vertellen dat zich in elke mens poten-tieel een boeddha schuilthoudt. Water en vuur, samen met lucht en aarde, behoren tot de vier basiselementen waarin alle aspecten van leven vervant zin. In veel culturen vinden we de symbolische betekenis van het water terug, de materia prima, als bron van het leven, als middel voor zuivering en als element van wedergeboorte en heropleving. Water staat ook voor het geestelijke, onstoffelijke leven, dus voor het eeuwige en voor het onsterfelijke. In alle zuiverings-rituelen heeft water een sacrale betekenis, het wist het verleden weg en maakt nieuwe leven mogelijk. Het vuur gaat steeds antagonistich samen met water, het heeft evenzeer een zuiverende en herstellende betekenis en staat ook voor het licht en bij uitbreding voor geestelijke verlichting, maar ook voor passie en liefde. Het water is essentieel aanwezig in de reeks foto’s “Archê” en “Aqua Obscura”. Het grote verschil met de voorgaande foto’s is dat hier geenszins gaat om bestaande of gevonden situaties maar dat de kunstenaar hier zeer persoonlijke mise-en-scènes heeft gecreëerd. Waterdruppels op lichaamsdelen en voraal het water dat over het aangezicht vloeit, vinden enerzijds hun oorsprong in de directe persoonlijke ervaring en observatie, maar de verbeelding maakt er zich meester van en verandert ze in metaforisch beladen voorstellingen, die gelijktijdig onthullen en verbergen. Het gelaat is de zetel van de zintuigen, maar de ogen zijn gesloten. Het is alsof het intieme ik zich slechts verhoold wil laten kennen en zijn diepste geheimen niet wil prijsgeven. Het gelaat als mysterie, als poort naar het onzichtbare, een vertroebelde reflectie van het inwendig gevoelsmatige. In “Aqua Obscura” heeft het stromend , zuiver en transparant water plaats gamaakt voor een stilstaand water van een vijver, bezoedeld door drijvende zaden, wachtend op nieuw leven, en fotografische portretten uit het verleden.
Het lijkt wel een poel der vergetelheid, waarin de beeltenissen van geliefden gedoemd zijn om te verdwijnen. Het zijn de wateren van de dood, nog even, tijdelijk een oord van herinnering. Krystyna Ziach biedt ons beelden die zich telkens weer onttrekken aan rationele verklaringen. Ze geven noch eenduidige, noch vaststaande antwoorden, maar vragen om steeds weer opnieuw geïnterpreteerd te worden. Het zijn beelden van alle tijden, die, doordat ze beroep doen op onze persoonlijke verbeelding, een onvermijdelijke wissselwerking creëren tussen het universele en het individuele. Beelden die verwijzen naar
het ondoorgrondelijke en onverklaarbare, naar verdrongen verlangens, naar de mens eeuwing op zoek naar de existentiële inhoud van het leven in zijn dagelijkse emotionele ervaring van de wereld. Beelden die zich schijnbaar aanbieden in een bemiddelende rol tussen geest en materie, natuur en cultuur, het bewuste en het onbewuste, tussen droom en werkelijkheid.
Gelijktijdig herkenbaar en bevreemdend herinneren ze ons aan het efemeer kortstondige en aan de onvermijdelijke vergankelijkheid. Maar in de verstilde kwetsbaarheid, in het melancholisch poëtische blijft onaantastbaar de verwondering werkzaam.