Rubrieken
Marieke Verkerke
Eindelijk kwam de koning van de oorlog terug.
Toen hij zijn vrouw en kind niet aantrof, zei zijn moeder in tranen,' waarom heb je mij opgedragen om twee onschuldige zielen te doden?'
En ze liet hem de ogen en de tong zien. De koning was ontroostbaar van verdriet.
Toen zijn moeder dat zag kreeg ze medelijden en zei, 'wees gerust, zij en haar kind leven nog. Ik heb haar bevolen de wijde wereld in te gaan.'
'Ik zal reizen zo ver als de hemel blauw is om mijn vrouw en kind te vinden,' zei de koning.
En hij zwoer dat hij niet zou eten en drinken totdat zij herenigd zouden zijn. Zeven jaren lang zocht hij en een kracht groter dan hemzelf hielp hem in leven te blijven. Tenslotte kwam hij uitgeput bij het grote wilde bos aan en daar vond hij de herberg. De sneeuwwitte vrouw liet hem binnen en legde hem te rusten met een sluier over zijn gezicht. Terwijl hij de adem van zijn diepe slaap uitblies gleed de sluier af. Hij sloeg zijn ogen op en zag een vrouw en een kind.
Hij vroeg wie zij waren en de vrouw antwoordde, 'ik ben je vrouw en dit is je kind.'
Daarop liet zij de zilveren handen zien die zij bewaard had. Verheugd sloot hij hen in de armen. Zij keerden huiswaarts en huwden voor de tweede maal. Nu leefden zij nog lang en gelukkig en kregen vele kinderen.