Rubrieken
Marieke Verkerke
Trompetje

Op een vrijdag in maart was ik met jou in de stad waar je woont. We gingen naar buiten met de kinderwagen. De zon scheen de hele tijd. Overal zongen vogels. We liepen door de straten, door het park en langs het water. We haalden bloemen voor mama en de lucht was blauw. We wilden nog niet naar huis. De kinderwagen reed helemaal tot aan het einde van de verste straat. Daar stopte hij in de schaduw naast het huis op de hoek. Alle luiken waren neer gelaten.
Je keek me aan met een blik van, hoor jij wat ik hoor?
Er speelde iemand op een trompetje, zo zacht dat je het alleen horen kon als je stil stond in de schaduw. We wisten niet wie het was. Misschien klonk het zo zacht uit verlegenheid.
'Dank je wel, dat je zo mooi voor ons speelt,' zei ik niet te hard, want het muzikantje wist ook niet wie wij waren.
Dat was zonneklaar. De luiken bleven dicht.

11 maart 2022