Ik draag geen badmuts en zwembril als ik boodschappen doe. Anders had ze me gelijk herkend. De zwemster. Dat we in de pas geopende plaatselijke supermarkt enigszins vertwijfeld een fonkelnieuwe rode winkelkar voortduwden, werkte ook niet in ons voordeel. Toch raakten we aan de praat, wij zwemsters. In de zomermaanden trekken we vaak zij aan zij onze banen in het buitenzwembad. Wij slijpen en schuren aan onze techniek. Niet alleen als de regen op onze badmutsen klettert. Ook als de zon op zijn heetst brandt en wij zigzaggend langs vele mensenlijven laveren. Dat schept een band. Daar in die nieuwe supermarkt merkten we opeens hoe leuk we elkaar vonden. Waarschijnlijk overschreed ze daarom een grens. Ze gaf me een hand en stelde zich voor. Nu is ze meer dan een zwemster. Als ik Maaike de volgende keer weer zie, doen wij misschien eens wild. We nemen koffie met gebak in de nieuwe koffiehoek van de supermarkt.
