Rubrieken
Marieke Verkerke
Lieveheersbeestje

Vanochtend zette ik bijna mijn theepot op een lieveheersbeestje.
Ik telde het aantal stippen. Het was hetzelfde beest wat ik al twee maal eerder buiten had gezet. Omdat hij voor de derde keer over mijn aanrecht marcheerde wist ik het zeker, ons huis heeft een deurtje voor lieveheersbeestjes.
Ik weet helemaal niets van deze insecten, dacht ik.
Nu ik er een deurtje voor blijk te hebben is voorzichtigheid misschien geboden.
Het enige insect waar ik nog iets van weet is de Drosophila vlieg. Vorige week had ik na lange tijd een bijzondere ontmoeting met Apoline, die destijds naast mij zat met biologie.
Plichtsgetrouw vervulden we ons kruisingsexperiment met Drosophila vliegjes. We stopten voorgeschreven aantallen vliegen met rode en met witte ogen bij elkaar in reageerbuizen. Spoedig zouden we de erfelijkheidsleer uit ons boek bevestigd zien. Helemaal toerekeningsvatbaar waren we niet. Toen we een aantal dagen later het biologielokaal wilden binnengaan, kwam ons al in de gang een wolk van Drosophila nakomelingen tegemoet. We waren vergeten de stoppen op de buisjes aan te draaien. De verhouding tussen rode oogjes en witte zou bij ons niet overeenkomen met de schema's uit het boek.
Waarschijnlijk hadden we toen al lak aan wetmatigheden, want met stalen gezichten leverden we onze onderzoeksresultaten in. We slaagden. Zo gek hadden wij het nog niet gedaan. Ik zag het vorige week aan de stand van haar ogen en zij zag het aan de mijne.
Ik laat mijn lieveheersbeestje dus voorlopig ook nog maar even de vrije hand. Mocht er een leger van deze gepantserde lievelingen oprukken over mijn aanrecht, dan kan ik altijd nog mijn theepot laten neerdalen.