Lisette Verkerk
kunstinzicht.nlLas Reinas del Cielo - Peru
01-09-2008 t/m 01-11-2008
Pfälzer Tabak - Jockgrim
16-08-2008 t/m 16-08-2008
Zehnthaus Jockgrim - Kunststipendium
11-07-2008 t/m 16-08-2008
Pfälzer Tabak - Jockgrim
11-07-2008 t/m 16-08-2008
Het verbouwen van de tabak kent een lange traditie die langzaam op zijn einde loopt.
Voor mijn project heb ik mijn omgeving gefotografeerd; Het tabak op de velden, de oogst, het gereed maken voor het drogings proces in de tabak schuren en uiteindelijk de fermentatie in de fabriek in Hayna door de familie Metz. Samen met de familie Henigin uit Hatzenbühl heb ik een dag tabak gebroken in het veld. Na 1 ½ uur begon het gelukkig te regenen want het werk in het veld is vreselijk zwaar voor je rug. Bernd Faust uit Hatzenbühl heeft met zijn herinneringen aan de tabak een bijdrage geleverd voor mijn project. Verder heb ik de Hatzenbühler tabakkoningin Linda 1. en de familie Burger uit Neupotz voor mijn project gefotografeerd.
Lusthof Honing - Utrecht
06-06-2008 t/m 06-06-2008
De Kweekbak - Utrecht
27-05-2008 t/m 06-06-2008
Als afsluiting van het project worden de kunstwerken van de leerlingen in De Kas tentoongesteld zodat iedereen ze kan zien!
Vrijdag 6 juni van 14.00 tot 15.00 uur. Kunstuitleen Utrecht, Maliebaan 42, Utrecht
Las Manos del Peru - Galerie Willy Schoots - Eindhoven
04-05-2008 t/m 07-06-2008
Lisette, binnen een week tijd getransformeerd tot een blonde blauwogige Peruaanse, gewapend met haar hoge zondagse hoed, het kenmerk van de ware Peruaanse Mamita, had geen tijd nodig haar nieuwe thuis te vinden. De Andes was, is en zal altijd haar thuis zijn en blijven. Zij kent de cultuur van Peru, zij ruikt, proeft, hoort en ziet haar in al zijn facetten. De mensen, dieren, planten, bomen, bergen, kolibries, dansen, tradities en eeuwenoude cultuur hebben voor haar geen enkel geheim.
Haar handen, samen met haar hart en bevlogen kunstenaarsziel, vonden alras de handen van de vele “artesanos” die zij ontmoette, gaande door en over de majestueuze andesbergen, daar, waar haar voeten haar brachten. Gewapend met haar prachtige, zo eigen scheppingskracht, die zij zo onbevooroordeeld kan delen en haar inspirerende motivatie, gaf zij met veel respect en liefde haar handen aan al diegenen van wie U het werk ziet in deze unieke kunstpresentatie. Peruaanse nijverheidshanden ontvingen van Lisette, met huid en haar, gaande tot op het bot van haar diepe zielenboodschap een geschenk dat hun leven voor altijd verandert. Door het geven van haar “handen” weten deze Peruaanse “artesanos” nu, aan hun eigen handen voor altijd bevlogenheid en ziel te geven in hun dagelijkse traditionele nijverheidswerk.
Ik ben dankbaar en trots getuige te mogen zijn van de grote schoonheid van Lisette Verkerk’s handen. Las manos del Peru!
Handen die geven, reiken, liefhebben, koesteren, leren, delen, werken, groeien, allen samen, groot en klein, ongeacht kleur, vorm of materiaal.
Een boodschap van ver weg, heel dichtbij, van Lisette en haar artesanos, voor U voor mij, voor ons allen.
Helena van Engelen
Galerie Willy Schoots
www.schoots.com
Lang leve de Koningin! - De Kas - Lusthof Utrecht
21-04-2008 t/m 25-05-2008
Vanaf 21 april zal ik 5 weken vanuit De Kas werken aan mijn project met de werktitel 'Lang leve de Koningin'. Zondag 25 mei is er een openbaar kunstenaarsgesprek onder leiding van kunsthistoricus Erik van Tuijn.
SAMEN MET DE BIJEN - Erik van Tuijn
In een gesprek onderscheidden de Duitse kunstenaars Wolfgang Tillmans en Iza Genzken eens twee typen kunst: allereerst kunst die zichzelf graag als kunst afficheert; kunst waarmee de maker wil laten zien dat hij of zij kunst maakt. Het tweede type is het gevolg van een oprechte (en soms allesverslindende) persoonlijke interesse in een specifiek onderwerp. Lisette Verkerk (1973) is een kunstenaar van het tweede type, zoveel werd wel duidelijk tijdens haar werkperiode in De Kas.
Of beeldend kunstenaars hun ideeën nu visualiseren door middel van verf, klei, marmer, plastic, autobanden of vuilniszakken, in tegenstelling muziek of literatuur staat de beeldende kunst vrijwel altijd met ten minste een been in het materiële. Het materiaal is het scheppingsmiddel, maar niet zelden ook een doel op zich. Bij Verkerk komen we deze eigenschap ook tegen: de materialen die zij in haar werk gebruikt vormen vaak de aanleiding voor een diepgravend onderzoek, waardoor zij zowel de bouwstenen als het onderwerp van het werk worden. Zo leidde haar interesse in wol haar bijvoorbeeld naar Peru, waar zij een eigen kudde aan het samenstellen is die een staalkaart moet worden van alle kleuren alpacawol die er bestaan. Voor haar project Leve de Koningin! in de Kas, bleef ze iets dichter bij huis: ze nam enkele bijenvolken (die ze als hobbyimker houdt) mee naar de tuin aan de Maliebaan, om haar te voorzien van honing en bijenwas. Op deze manier ontstond er een curieuze symbiose: de bijen en Verkerk werkten parallel aan elkaar aan de totstandkoming van een wassen kunstwerk en heerlijke honing. Verkerk deelde ondertussen door middel van een showkast (een bijenkorf met een glazen plaat) haar verwondering over de bijen met bezoekers, passanten en schoolklassen.
Onder het toeziend oog van de beschermheilige van de imkers: Ambrosius - aanwezig in de vorm van een rieten bijenkorf compleet met mijter en staf - werd de bijenwas werd het uitgangspunt, het middel en het onderwerp van Verkerks verblijf. Verkerk had zich ten doel gesteld de tuin te gebruiken als werkplek en vluchthaven, als focuspunt voor haar voortdurende verwondering voor en interesse in de natuur om haar heen. Niet alleen de bijen stroopten de tuin af, ook Verkerk nam de tijd haar omgeving in zich op te nemen.
Haar oog viel uiteindelijk op een oude plataan die op de grens van de tuin van de kunstuitleen en van het naastgelegen bisschoppelijk paleis staat. De boom is bezaaid met knobbels of boomknollen (officieel: Callus of Calli (mv.)). Deze knollen worden door platanen gevormd om ziektes of andere binnengedrongen onwenselijkheden uit de boom te werken. De vorm ervan is perfectie: de plataan omkapselt het ongezonde weefsel met gezond waardoor een kogel ontstaat, die uiteindelijk afbreekt. Dit samenvallen van kracht en kwetsbaarheid, van schoonheid en verminking is een thema dat ook vaak te terug te vinden is in Verkerks eigen werk. Zo onderzocht bijvoorbeeld de anatomische collecties van de negentiende eeuwse professoren Hubrecht en Bleuland, werkte voor het project Shameless samen met vrouwen wiens borst was afgezet en legde tijdens haar verblijf in Het Vijfde Seizoen - het kunstenaarsverblijf bij de gesloten inrichting van Altrecht in Den Dolder - contact met patiënten die zichzelf verminken. Voor Lang Leve de Koningin! besloot Verkerk afgietsels van de verschillende knollen te maken in bijenwas, die zij vervolgens terugplaatste op de plataan waar de ‘prothesen’ opgaan in hun omgeving.
De onopvallendheid van Verkerks werk past bij haar houding als kunstenaar: haar fascinatie zet een proces in gang dat weliswaar vaak leidt tot een ‘kunstwerk’; een eindproduct, maar dit kunstwerk dient met name als focus voor de beschouwer, een manier om ons te wijzen op de bijzonderheid van het kleine in onze directe omgeving. Het idee van de L’art pour l’art heeft geen plaats in haar werk: haar kunst is een katalysator voor haar eigen fascinaties, bedoeld om interesses aan te wakkeren en ogen te openen. Verkerks prothesen vallen net genoeg op om ons te dwingen beter te naar de plataan te kijken in plaats van alleen naar haar ingreep. ‘When someone points a finger, only a fool looks at the finger’ zogezegd.
Verkerk was niet de enige die op van 25 mei het resultaat van haar werkperiode toonde aan de verzamelde geïnteresseerden. Ook de bijen leverden hun kunstwerk af: een heerlijke lichtgekleurde lindehoning met dank aan de vele lindebomen aan de Maliebaan.
www.kunstuitleen-utrecht.nl
www.cbk-utrecht.nl
Life Line - LUMC - Leiden
10-04-2008 t/m 15-06-2008
www.schoots.com
www.galeries.nl/lumc.
HIER WORDEN MENSEN GEKWEEKT!
Lisette Verkerk in Galerie LUMC
Recensie / Loukie Hoos / Tubelight 56/23.05.2008
Wie kent ze niet, die wit gemoffelde kastjes die in spreekkamers van dokters staan?
Achter het glas wachten glimmende, scherpe instrumenten op gebruik. Alleen al het kijken naar die scharen, scalpels en pincetten kan een patiënt ernstige buikpijn bezorgen.
Lisette Verkerk (1973) heeft in de galerie van het Leids academisch ziekenhuis zo‘n kastje neergezet. De instrumenten zijn eruit verdwenen en het is volgeladen met petrischalen.
Op de bodem van ieder kweekschaaltje ligt een opgedroogd rood plasje, meestal in de vorm van een foetus. Verkerk heeft die rode vlekken geschilderd en het werk ‘Origins‘ (2006) genoemd. Het gaat over IVF, over vruchtbaarheidstechniek. Hier worden mensen gekweekt!
De wand achter het kastje kast hangt vol rode inkttekeningen van bloedsomlopen.
Beelden van menselijke kwetsbaarheid keren op deze tentoonstelling steeds terug. Haar tere tekeningen van bloedvaten zijn zelfs in textiel geweven. Die stof fungeert als ligvlak van drie veldbedden waardoor het lijkt of lijdende lichamen daar een onuitwisbare indruk op achter lieten, zoals ooit het gezicht van Christus op de doek van Veronica. Er hangen ook foto’s van ‘Shameless’ het project waarvoor Verkerk in 2006 veel aandacht kreeg. Ze maakte zachte rubberhemdjes door in dat rubber een afdruk te maken van de bovenlijven van vrouwen met een borstamputatie. Een paar vrouwen staan herkenbaar op de foto, lachend en al lang de schaamte voorbij.
In grotere installaties confronteert Verkerk dergelijk ‘zacht werk’ met getransformeerd materiaal uit het medisch bedrijf dat een heel ander soort schoonheid toont: perfect gemaakt, glad, hard, koel en afstandelijk. Veel glas, vaak uit het laboratorium, zwart geschilderd hout, metaal, rubber en kunststof. Zo staan er op een oude brancard omgekeerde glazen kolven van verschillende grootte, op glimmende zwarte voetstukken. Het lijken kristallen bollen, gekluisterde zeepbellen, lampen die niet kunnen branden: mooie dingen die nergens goed voor zijn, maar toch hun wetenschappelijke herkomst demonstreren. Ook achter dit stilleven hangen tekeningen. Vijf grote vellen vol ovalen in rood, oranje, geel: groot en klein, verdicht en verdund, ‘Multiple dots‘ (2005). De kleuren doen weer denken aan opgedroogd bloed.
Verkerk noemt deze installatie ‘My Lab’ (2007). Vorig jaar, op de kunstbeurs in Keulen, was dit de naam van de hele tentoonstelling die nu in het LUMC staat. Waar gaat haar onderzoek over? Wat is bijvoorbeeld de rol van de contrasten die ze toont: tussen zacht en hard, persoonlijk en objectief wetenschappelijk, nabij en gedistantieerd. In feite betreft dit klassieke verschillen tussen de wereld van arts en patiënt. Wat wil ze daarmee?
En, een andere vraag: waarom zijn haar medische apparaten zo onbruikbaar?
Het is onwaarschijnlijk dat Verkerk een lage dunk heeft van de geneeskunde. Ze zegt dat ze zich graag ophoudt in ziekenhuizen en in de omgeving van medische wetenschap. De beelden die ze daar ziet, ‘voeden haar’ en leiden tot nieuwe beelden. Misschien is de nutteloze wetenschappelijke apparatuur bedoeld als retorische overdrijving van de neiging van artsen en patiënten om reëel bestaande medische machteloosheid te verhullen. In de praktijk geeft de veronderstelde wetenschappelijkheid van het medisch handelen hen immers vertrouwen in de mogelijkheden ervan.
Op deze tentoonstelling wordt duidelijk dat dit vertrouwen niet te ver moet gaan.
Verkerk noemt de tentoonstelling ‘Life Line‘. Deze titel doet denken aan een levensreddend infuus én aan de door haar getekende bloedvaten die het leven ondersteunen door transport van voedsel en zuurstof mogelijk te maken. Beide Life Lines zijn zichtbaar in een object dat, inderdaad, op een infuusstandaard hangt. Het is een zich - steeds fijner - vertakkende omgekeerde boom, een bloedvatenstelsel, gemaakt van ‘medische rubberslang’ en ‘kunststof hulpstukken‘. Qua vorm lijkt het ding op haar tekeningen van bloedvaten maar het materiaal doet eerder denken aan één grote bypass dan aan een levende bloedsomloop. De geneeskunde heeft deze bloedsomloop geannexeerd.
Gezien het feit dat Verkerk ook een installatie wijdt aan vruchtbaarheidstechnologie, ontstaat het vermoeden dat haar onderzoek betrekking heeft op kwesties van medicalisering en medische technologie. Anders gezegd, op de vraag wie het menselijk lichaam beheert, de patiënt zelf of de medische stand? Een beeld van twee ‘stethoscopen’, het doktersinstrument bij uitstek, ondersteunt deze interpretatie. De stethoscopen zijn eveneens gemaakt van ‘medische rubber slangen en kunststofhulpstukken‘. Ook zij vertakken zich en ze worden even fijnmazig als de bloedsomloop. De grens tussen de luisterende arts en het lichaam van de patiënt lijkt te zijn opgeheven. Daar komt bij dat de oorstukken van de stethoscopen zijn vervangen door glazen bollen die er prachtig uitzien maar ook dit apparaat onbruikbaar maken.
Zo ontstaat een beeld van dove, blinde wetenschap die ons lijf binnendringt.
Aan de buitenkant van de galerie laat Verkerk zien hoe de toekomst er uit zal zien als wij deze wetenschap de vrije hand laten. Daar hangt een lange reeks zorgvuldig ingelijste kleine papier collages. Het lijken klassieke botanische en natuurschilderingen (die op dit moment zeer gewild zijn) maar het blijken afbeeldingen van mutanten. Kevers met vlindervleugels, muizenstaarten en snorharen van regenworm.
Vergeleken met het meer uitgesproken, kritische of flamboyante werk van grote voorgangers als Louise Bourgeois, Rebecca Horn, Kiki Smith of Rosemarie Trockel is het werk van Verkerk bescheiden en op het eerste gezicht meer poëtisch dan politiek. Wie de tijd neemt, ontdekt de kracht van haar beelden en het belang van haar thematiek. Zoals hierboven bleek, ontleent haar werk zijn betekenis niet alleen aan vorm en materiaal maar ook aan de manier waarop de beelden elkaar aanvullen en versterken. Bovendien draagt het gebruik van authentiek medisch meubilair, het witte instrumentkastje maar ook een rijdende instrumenttafel en een oude brancard, op een bijzondere manier bij aan de kracht van deze beelden.
De vertrouwde en beladen meubels roepen gemakkelijk herinneringen op aan eigen of andermans ervaringen met de medische praktijk. Anders gezegd: de afwezige scharen, scalpels en pincetten dringen zich toch op en herinneren aan het rauwe leven dat zich rondom de galerie in behandel- en ziekenkamers afspeelt. Echt bloed en echte pijn zijn niet ver weg.
Time: 0.013