De kunst van Maria Prins werd ook door haarzelf beschreven als 'lyrisch-abstract' of 'abstracte landschappen', expressie van haar gevoel over wat zij beleefde als essentieel in het leven van haarzelf of anderen. De meeste kunst van Maria Prins is inderdaad overwegend abstract maar vaak zijn er wel religieuze symbolen herkenbaar of alledaagsere vormen als 'huizen, bomen, bloemen, bladeren, zon'. En soms blijkt ook uit de titel dat die associaties kloppen, bijvoorbeeld wanneer de titel van het werk 'Bloemen' is en er overduidelijk bloemen te zien zijn. Er zijn werken waar de voorstelling gemakkelijk herkenbaar is en er zijn werken waar de voorstelling even abstract is als de titel, waarbij er niets herkenbaar is. Een voorbeeld is het schilderij 'Geheimen'. De titel beïnvloedt je waarneming en zo denk je inderdaad 'geheimen' te zien maar dan heel abstract uitgebeeld, want geheimen kunnen normaal gesproken niet afgebeeld worden. Verder zijn er werken waar die figuratieve inslag totaal achterwege bleef. Dat zijn vaak wat heftiger geschilderde werken in felle kleuren die een wat ruigere indruk maken. Maria Prins duidde haar werk zelf aan als 'lyrisch abstract'. Met het woord 'lyrisch' bedoelde zij dat haar persoonlijke gevoelens uitte in abstracte vormen.