Rubrieken
Marieke Verkerke
Content

Wat ik zo jammer vind aan kleding is dat het slijt. Wanneer de gaten erin vallen, sleep ik mezelf naar een klerenzaak voor iets nieuws. Daar hijs ik mij in allerlei spullen in de hoop dat ik er voor altijd mee toe kan. Een ijdele hoop, ik weet het inmiddels.
Toch blijf ik streven naar geluk. Ik heb zelfs een vermoeden dat geluk samenhangt met het zo min mogelijk verschijnen in klerenzaken.
Daarom zei ik tegen mijn man, 'ik ga voortaan niet meer mee als jij kleren nodig hebt.'
Het idee dat hij zich zelf kleden kan, was net bij me opgekomen. Moederziel alleen vertrok hij naar de dichtstbijzijnde klerenzaak. Aan het einde van de morgen keerde hij weerom met een t-shirt.
Het was niet alleen vanwege het rode oppervlak dat mijn oog steeds naar hem werd toegetrokken. Het kwam ook door het woord dat zich in grote letters over de gehele borstkas verspreidde. Het paste er niet in één keer op en was noodgedwongen in drieën geknipt. Per abuis las ik telkens 'çontent' in plaats van 'continent'. En toen de zon de letters bescheen, ontwaarde ik een waas van glitters.
'Dat klopt,' zei hij, 'het moet ook binnenstebuiten gewassen worden.'
Zo zaten wij samen in de tuin. Ik was misschien nog niet helemaal gelukkig, maar toch wel tegen content aan.