Rubrieken
Marieke Verkerke
Beer

Beer en ik zaten samen op de fiets. De zon scheen, er stond geen zuchtje wind.
‘Wacht even, beer,’ zei ik.
Ik zette mijn fiets aan de kant van de weg, plaatste mijn telefoon in de berm en drukte op de sluitertijd. Tien seconden om terug te hollen, op de fiets te springen en op de pedalen te gaan staan.
Soms gebeurt er je hele leven niets, soms gebeurt er in tien seconden alles.
Een vrachtauto reed rakelings langs beer. Ik vloog naar mijn fiets en klom erop. Toen remde er een autobus en kwam langszij. Het raam draaide omlaag en het schuifportier open.
Daar gaat mijn opname, dacht ik.
Drie mannen in oranje hesjes bogen hun lichamen zo ver naar buiten dat ik me afvroeg of het busje kon kantelen.
‘Tiktok?’ vroeg er eentje.
Mijn hemel, waar zagen ze me voor aan?
‘Nee, nee,’ zei ik haastig, ‘mijn kleinzoontje is zijn beer vergeten en nu gaan wij samen allemaal leuke dingen doen zodat hij kan zien dat het goed gaat met beer.’
‘Aha!’ riepen ze uit. Het leken opeens drie kleine jongetjes die ook ergens een beer in hun koelbox hadden zitten.
‘O, en het kleinzoontje is dol op bussen en vrachtauto’s’ zei ik erbij.
Ze grijnsden van oor tot oor.
‘Wat wil hij later worden?’ vroeg een andere.
‘Bouwvakker,’ zei ik.
Nu rolden ze met zijn allen bijna om van het lachen.
‘Hoe oud is hij dan?’ vroeg de derde.
‘Drie.’
Ze konden het bijna niet geloven.
‘Hoor eens,’ zei ik, ‘het is de hoogste tijd, we gaan schelpen zoeken aan het water.’
Ik viste mijn telefoon uit de berm. Beer en ik gingen er van tussen.
En we vonden de mooiste schelpen.

23 oktober 2024