Rubrieken
Marieke Verkerke
De jonge koningin zwierf rond totdat ze aankwam bij een heel groot en wild bos. Juist toen ze zich een weg probeerde te banen door het dichtbegroeide struikgewas, verscheen de witte geest weer. Toen de avond begon te vallen leidde hij haar naar een eenvoudige herberg.
De deur ging open en een sneeuwwitte vrouw zei, 'wees welkom, koningin!'
Ze tilde het kind van de jonge koningin op en hield het voor haar borst om te drinken.
'Hoe weet je dat ik een koningin ben?' vroeg ze.
'Ik ben er om u te dienen,' zei de sneeuwwitte vrouw, 'rust nu.'
Zo bleef de jonge koningin zeven jaren in de herberg met haar kind en was gelukkig. Langzamerhand groeiden haar handen weer aan. Eerst babyhandjes, toen meisjeshanden en tenslotte vrouwenhanden.