Rubrieken
Marieke Verkerke
Venetië

Onlangs kwam ik eerder thuis. Toen ik de kamer in liep stuitte ik op een kale muur. Voorheen hing daar een schilderij. Nu stond het scheef op de grond met nog maar één punt tegen de wand. De zwaartekracht had zijn werk gedaan. Maar helemaal zeker is deze veronderstelling niet.
Zolang er nog oneindig veel meer gebeurd zou kunnen zijn, mag een mens geen voorbarige conclusies trekken. Stel nu dat het schilderij naar beneden gedaald was om de voorstelling de vrije hand te geven? Geschilderde figuren willen ook wel eens door de kamer dartelen. En omdat ik eerder dan verwacht was thuisgekomen, konden zij nog net het doek bereiken. Maar het doek niet meer het haakje aan de wand.
Tenslotte kan je ook een schilderij bekijken en de beelden van de voorstelling in je hoofd laten ronddwalen. Waarom dan eigenlijk geen ronddwalende voorstelling in de kamer?
Het kan met andere woorden geen kwaad om je huis een tijdje alleen te laten. Dus we geven ons huis de ruimte, doen eens anders dan anders en lopen op een dag zowaar rond in Venetië. In de stad is altijd wel ergens een oog van iemand gericht op iets. Een stad kent geen ongeziene kans om een voorstelling de vrije hand te geven.
Stel nu dat zij daar andere methodes voor heeft bedacht? Een stad wil ook weleens wat. Zij zou bijvoorbeeld zo langzaam naar beneden kunnen dalen, dat het voor ons blote oog niet waarneembaar is. Dat het zeg maar een kwestie van tijd is voordat zij in de diepte verzonken zal zijn. Tenslotte kunnen wij ook door deze stad varen terwijl de verhalen over Venetië rond zingen over de wateren.
Waarom dan eigenlijk geen verhaal van een rond zingende stad over de bodem van de zee?