Rubrieken
Marieke Verkerke
Stelligheids-stapel

Op een koude dag zou er een man voor de verwarmingsketel langskomen. Ter voorbereiding haalde ik de zolderkast leeg.
Daar stuitte ik op een stapel boeken geschreven door mensen die met grote stelligheid iets beweren over onderwerpen die per definitie voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Kennelijk ben ik gevoelig voor mensen die met grote stelligheid iets beweren want het was een flinke stapel. Ondanks het feit dat die stapel in de zolderkast is beland omdat mijn gevoeligheid ervoor na verloop van tijd is afgenomen, begon ik te twijfelen of ik er wel afstand van zou gaan doen. Het lot van boeken in de zolderkast staat immers vast: een enkele reis naar de rommelmarkt. Daar mag een mens niet te lichtvaardig mee omspringen. Het leek me beter om de boeken nog eens door te nemen.
Toen ik het eerste boek open sloeg ging de deurbel. Vlug haalde ik de stapel eruit en liet ik de ketel-man erin. Het was duidelijk te zien dat hij in onze zolderkast een enorme bewegingsvrijheid had vanwege de verplaatste boeken.
Dat gaf me te denken. Aangezien er telkens weer een nieuwe stapel boeken klaarstaat voor de rommelmarkt, lijkt het erop dat ik alsmaar in herhaling val. Mensen die met grote stelligheid iets beweren varen onmiskenbaar wel bij twijfelaars als ik. Hoeveel bewegingsvrijheid zou ik krijgen als ik niet langer boeken met stelligheden aanschaf waarvan het lot uiteindelijk stellig is?
Op dat moment draaide de ketel-man zich om en zei: ‘De bougie moet vervangen worden.’
Ik keek hem glazig aan.
Hij legde uit dat zonder bougie de vonk niet over springt en de kachel niet aan. Het leek me niet dat hij de behoefte had hier een boek over te schrijven. Er is wellicht geen publiek voor onderwerpen die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten.
De stapel ga ik onaangeroerd naar de rommelmarkt sturen. Zonder die boeken ook geen overspringende stelligheden meer.
Dan maar een blijvend gebrek aan stelligheid. Mijn getwijfel houdt mijn kachel misschien juist wel brandend.
Wat zal ik eens met de overgebleven bewegingsruimte gaan doen?