Rubrieken
Marieke Verkerke
Storm

Als je bij de rivier tussen de bomen door loopt merk je niet dat het stormt. Zo-even stond ik nog rechtstandig in de wind op de pedalen. Nadat mijn fiets tegen het schapenhek tot stilstand was gekomen kwam ik, nietig mens, in de luwte van de bomen weer op adem.
Dat is toch een mooi voordeel van zo’n bomenbos, dacht ik.
Hoog in de bomen hoorde ik het nog steeds stormen. Het feit dat ik geen krachtsinspanning tegen de wind meer hoefde te leveren, wilde nog niet zeggen dat deze was gaan liggen. Nu leverden anderen de krachtsinspanning, en allemaal waren ze van hout. Ik hoorde ze zelfs duidelijk kraken, alsof er telkens
een deur werd geopend. Precies het geluid wat in een hoorspel goed van pas zou komen. Hoe verder ik mijn hoorspel binnen liep, hoe meer deuren er piepten en klapperden in hun scharnieren.
Hoe kan een boom het geluid maken wat hij later, verzaagd als deur, nog steeds zal maken?
Misschien is het wel een taal, die ik niet versta. Ik ben nog niet zo in de wieg gelegd voor bomenfluisteraar.